NRC, 1 oktober 2019

China en het bestuur van Hongkong doen alsof ze naar de Hongkongers luisteren, schrijft  maar het autoritaire geweld gaat door.

China en Hongkong lanceerden afgelopen week een miljoenen kostende internationale propagandacampagne om de financiële wereld ervan te overtuigen dat alles onder controle is in Hongkong en dat de stad nog steeds een ‘veilige en gastvrije plek’ is voor bedrijven. Paginagrote advertenties verschenen in Europa, de VS, Australië en Azië. Ook in Nederland viel de in geruststellend zachtblauwe tonen opgemaakte advertentie op. Het is nu even onrustig in Hongkong, maar de leiding is „vastbesloten om tot een vreedzame, rationele en redelijke oplossing te komen”, meldde de advertentie in NRC (26/9).

Tegelijk publiceerde The New York Times een opiniestuk van Carrie Lam, de hoogste bestuurder van Hongkong, met precies dezelfde teneur. Amerika, Europa, internationale gemeenschap: maak je geen zorgen, er is eigenlijk niet zoveel aan de hand, deze protesten zijn een normaal, gezond, democratisch verschijnsel en ‘we blijven een bruisende en dynamische economie’.

Niet toevallig was het ook de week dat Lam, als de door Bejing aangestelde leider, het eerste van een reeks stadsgesprekken voerde. Zo’n honderdvijftig burgers – via loting aangewezen nadat meer dan twintigduizend inwoners zich hadden aangemeld – krijgen de komende weken ieder drie minuten de tijd om hun hart te luchten en hun visie te ontvouwen.

Tijdens het eerste gesprek, in een sportstadion, kreeg ze een lawine van kritiek over zich heen. Van de dertig mensen die iets mochten zeggen bekritiseerden er vierentwintig haar beleid in scherpe, emotionele bewoordingen. Grootste punt van kritiek was het politie-optreden. De meesten eisten het instellen van een onafhankelijke commissie naar politiegeweld en beschuldigden Lam van een goedkope pr-stunt. „U zegt dat u naar de mensen wilt luisteren, maar wij zijn al drie maanden bezig u iets duidelijk te maken”, betoogde een van hen.

Passief Europa

Something is rotten in Hongkong, maar de Europese Unie, Nederland incluis, blijft akelig stil. Een van de jonge gezichten van het protest van Hongkong, Agnes Chow, roept Europa op om niet langer passief toe te kijken. In een interview met een Oostenrijkse krant gaf ze aan hoe belangrijk de steun en de druk is van de internationale gemeenschap. „Wij hebben hier mensen, informatie, kapitaal, ondernemingen uit de hele wereld. Ik zou denken dat die wereld de verantwoordelijkheid heeft zich voor ons te interesseren”, zei Chow in Kurier (21/9).

Met name de EU, zei Chow, zou met een duidelijke reactie moeten komen op wat er in Hongkong gebeurt. Want terwijl Carrie Lam doet alsof ze een dialoog wil, gaan intimidatie en politiegeweld tegen de oppositie gewoon door, zei Chow. Zelf werd ze in augustus gearresteerd toen ze demonstreerde voor een politiebureau. Ze kwam op borgtocht vrij, maar moet in november voor de rechter verschijnen. „Elke week worden er demonstranten gearresteerd en gemolesteerd”, zei Chow. „De politie is ongecontroleerd geworden. Zelfs de regering lijkt de politie niet te beteugelen.”

Wat de oppositie op de Hongkongse straat ziet verschijnen is een voorproefje van de Chinese politiestaat: een veiligheidsapparaat in dienst van een autoritaire overheid die geen serieus democratisch tegengas duldt. Tal van prominente stemmen in Hongkong waarschuwen voor de strategie van China. Carrie Lam moet van Beijing de bevolking stil krijgen, maar mag in geen geval tegemoetkomen aan de eisen van de demonstranten. Kern is hun wens dat Beijing vrije verkiezingen in de stad toestaat. Dat is voor de Chinese leiding onbespreekbaar, bang als die is dat het idee zal overslaan naar de rest van het land.

China intimideert

Lams dialoog met het volk is een fopspeen. Intussen probeert Beijing de aandacht af te leiden door het gebrek aan betaalbare huisvesting aan te wijzen als het hoofdprobleem voor jongeren in Hongkong. Tegelijk is er Chinese intimidatie van personen en bedrijven, en beschuldigt Beijing de VS ervan de ‘zwarte hand’ achter het protest te zijn.

„De laatste veldslag”, noemt een hoogleraar van de Chinese University of Hongkong het protest. Jongeren in Hongkong vechten voor hun toekomst. Voor het behoud van de eigen identiteit, voor een stad die, anders dan de rest van China, wél een onafhankelijke rechtspraak kent, wél vrijheid van meningsuiting en organisatie, en ooit ook echte vrije verkiezingen.

De Hongkongers zien dat China de afspraak van ‘één land, twee systemen’ gestadig ondermijnt en stellen zich daar legitiem tegen te weer. Als Europa een knip voor de neus waard is, laat het de Chinese leiding weten dat het de vrijheden van Hongkong steunt.

In Washington is een wet in de maak, de HongKong Human Rights and Democracy Act, waarmee sancties mogelijk worden tegen Chinese ambtenaren die vrijheden in Hongkong inperken, en die inmiddels felle reacties uit Beijing oproept. Europa kan ook dergelijke maatregelen nemen – met de Duitsers, als sterkste speler in China, in de spits. Want woorden doen Beijing weinig, daden maken meer indruk.