Geine foie gras!

De Limburger, 4 maart 2023

De stempas is op de mat gevallen. Her en der vang ik een debat op over zaken waar de provincie niets mee te schaften heeft. Waarom zou je daarnaar luisteren? Maar wacht, we kiezen via de Statenleden ook voor invloed op de Eerste Kamer. Die gaat over het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen, dus landelijk staat er wel degelijk iets op het spel. Op naar het Kieskompas.

Stelling 1: ‘Om boeren te beschermen moet de provincie zich verzetten tegen het landelijke stikstofbeleid’. Een nogal suggestieve stelling – hier wordt verondersteld dat verzet tegen het stikstofbeleid per definitie goed is voor ‘de’ boeren. Maar ‘de’ boeren bestaan niet. Een hoop boeren zijn wel degelijk bezig met natuur en landschap, maar zitten in de klem van agribusiness, banken en supermarkten.

Stelling 2: ‘In Limburg mag een kerncentrale komen’. Hoho, wacht even, niet zo snel. Mag? Wat betekent dat? Ik vrees dat er weinig draagvlak voor zal zijn. Plus, feitelijk hebben we er in het zuiden al een, in Tihange, vlak over de grens, en daar wordt niemand vrolijk van. Volgende stelling: ‘In Limburg is geen ruimte voor de wolf’. Ik vraag me af wat ze van me willen, bij Kieskompas. Wie leest dit straks allemaal terug? Ze dwingen je gewoon tot polarisatie. Ik swipe snel door. Nog een stelling: ‘De provincie moet vaker op­komen voor de belangen van boeren, ook als dit leidt tot schade aan de natuur’.

Nou, ik stop ermee. Weet u waarom? Omdat ik denk dat het niet zo heel veel uitmaakt op wie ik stem, voor het beleid dat gevoerd gaat worden. Er zal een middenweg uit de problemen gevonden moeten worden, rechtsom of linksom. Er zal bestuurd worden met diverse partijen – dat is altijd ontnuchterend: er is gewoon werk aan de winkel. Ik denk ook niet dat het veel zal helpen om je op luide toon tegen het landelijke stikstofbeleid te verzetten. Dat komt doordat er een bepaalde maatschappelijke wind waait, en die wind brengt meer teweeg dan partijen zelf in de hand hebben.

Die wind waait niet alleen hier, maar in heel Europa en daarbuiten, door de verontrustende klimaatverandering, door het besef van natuurvernietiging, door de nieuwe vragen van jonge generaties. Bijvoorbeeld: is zoveel vlees produceren normaal? En: is het normaal om dieren enkel te zien als product en verdienmodel?

De Wageningse hoogleraar Bart Gremmen (66) schreef als afscheid een boek over de beste ethische basis voor de veehouderij, las ik in NRC. En hij zegt erbij: ‘Sinds Darwin weten we dat het verschil tussen mensen en dieren gradueel is. Dat is een wetenschappelijk inzicht, geen moreel oordeel. Maar het betekent wel dat onze verhouding tot andere dieren verandert, die moeten we herzien.’ Intussen blijft John Tana (23) luidkeels zingen: ‘Geine foie gras! Loat dat bies noe mer stoon!’

Je kunt niet reageren.