Archief voor maart 10, 2023

Geine foie gras!

De Limburger, 4 maart 2023

De stempas is op de mat gevallen. Her en der vang ik een debat op over zaken waar de provincie niets mee te schaften heeft. Waarom zou je daarnaar luisteren? Maar wacht, we kiezen via de Statenleden ook voor invloed op de Eerste Kamer. Die gaat over het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen, dus landelijk staat er wel degelijk iets op het spel. Op naar het Kieskompas.

Stelling 1: ‘Om boeren te beschermen moet de provincie zich verzetten tegen het landelijke stikstofbeleid’. Een nogal suggestieve stelling – hier wordt verondersteld dat verzet tegen het stikstofbeleid per definitie goed is voor ‘de’ boeren. Maar ‘de’ boeren bestaan niet. Een hoop boeren zijn wel degelijk bezig met natuur en landschap, maar zitten in de klem van agribusiness, banken en supermarkten.

Stelling 2: ‘In Limburg mag een kerncentrale komen’. Hoho, wacht even, niet zo snel. Mag? Wat betekent dat? Ik vrees dat er weinig draagvlak voor zal zijn. Plus, feitelijk hebben we er in het zuiden al een, in Tihange, vlak over de grens, en daar wordt niemand vrolijk van. Volgende stelling: ‘In Limburg is geen ruimte voor de wolf’. Ik vraag me af wat ze van me willen, bij Kieskompas. Wie leest dit straks allemaal terug? Ze dwingen je gewoon tot polarisatie. Ik swipe snel door. Nog een stelling: ‘De provincie moet vaker op­komen voor de belangen van boeren, ook als dit leidt tot schade aan de natuur’.

Nou, ik stop ermee. Weet u waarom? Omdat ik denk dat het niet zo heel veel uitmaakt op wie ik stem, voor het beleid dat gevoerd gaat worden. Er zal een middenweg uit de problemen gevonden moeten worden, rechtsom of linksom. Er zal bestuurd worden met diverse partijen – dat is altijd ontnuchterend: er is gewoon werk aan de winkel. Ik denk ook niet dat het veel zal helpen om je op luide toon tegen het landelijke stikstofbeleid te verzetten. Dat komt doordat er een bepaalde maatschappelijke wind waait, en die wind brengt meer teweeg dan partijen zelf in de hand hebben.

Die wind waait niet alleen hier, maar in heel Europa en daarbuiten, door de verontrustende klimaatverandering, door het besef van natuurvernietiging, door de nieuwe vragen van jonge generaties. Bijvoorbeeld: is zoveel vlees produceren normaal? En: is het normaal om dieren enkel te zien als product en verdienmodel?

De Wageningse hoogleraar Bart Gremmen (66) schreef als afscheid een boek over de beste ethische basis voor de veehouderij, las ik in NRC. En hij zegt erbij: ‘Sinds Darwin weten we dat het verschil tussen mensen en dieren gradueel is. Dat is een wetenschappelijk inzicht, geen moreel oordeel. Maar het betekent wel dat onze verhouding tot andere dieren verandert, die moeten we herzien.’ Intussen blijft John Tana (23) luidkeels zingen: ‘Geine foie gras! Loat dat bies noe mer stoon!’

Reageer

Had Nietzsche maar carnaval kunnen vieren

De Limburger, 18 februari 2023

Het pekske hangt klaar. Misschien gaat u wel als beer, konijn of panter. Verplaatst u zich dan eens in het dier waarin u transformeert en lees het waanzinnige boek If Nietzsche were a Narwhal (Als Nietzsche een narwal was). Het is geschreven door een Amerikaanse bioloog, Justin Gregg, en de ondertitel luidt: wat de intelligentie van dieren onthult over menselijke domheid. Hé, dat komt goed uit, menselijke domheid is waar carnavaleske humor over gaat.

De schrijver, die zelf walvissen en dolfijnen bestudeerde – een narwal is een walvis met een tand zo lang en scherp als een floret – legt uit dat er een belangrijke reden is waarom menselijke intelligentie in het dierenrijk zo weinig voorkomt: dieren zijn evolutionair succesvol zonder de verontrustende bagage die het menselijk brein voortbrengt: angst voor lijden en dood, zinloosheid, woede, afgunst, en de neiging tot zelfvernietiging.

Nietzsche, schrijft Gregg, had niet zo hoeven lijden als hij een narwal was geweest. Een simpel maar treffend inzicht dat de Duitse filosoof bezighield: ‘de mens’, schreef Nietzsche, ‘denkt dat hij beter is dan dieren omdat hij menselijk is, maar tegelijkertijd kan hij het niet helpen om hun geluk te benijden’. De filosoof had het ook – of vooral – over zichzelf, want hij leed aan heftige depressies. Opmerkelijk: op het toppunt van zijn academische productie was hij het depressiefst. Een incident met een paard leidde ertoe dat hij mentaal instortte. Het gebeurde, schrijft Gregg, tijdens een wandeling door Turijn, waar de filosoof op dat moment verbleef. Hij zag hoe een koetsier zijn paard afranselde. Nietzsche werd overmand door emoties, barstte in tranen uit, sloeg zijn armen rond de nek van het dier en zonk ineen. Hij werd opgenomen in een psychiatrische kliniek in Basel en herstelde nooit meer.

Het leek erop dat Nietzsche zich diep identificeerde met het paard, hij kon het lijden – hem aangedaan door een mens – niet aanzien. En daar zit precies de achilleshiel, de kwetsbare plek, van de mens: hij kijkt naar het dier en ziet een wezen dat zonder bijgedachten is, onschuldig, zonder de deraillerende bagage van mensen. Werp een blik op sociale media en je ziet hoe verknocht mensen zijn aan hun huisdieren – het zijn bijna heiligen. De heftige emoties die de dood van een huisdier oproept, drukt op dat pijnpunt: je loyaalste vriend en vertrouweling heeft je verlaten.

Onze liefde voor dieren, vermoed ik, gaat ook over een verlangen naar spiritualiteit, naar verlossing van dat turbulente brein, die vreselijke menselijke beperking. Hé, is dat niet precies waarom we carnaval vieren? Niet langer onszelf zijn, eindelijk bevrijd zijn van die menselijke, al te menselijke intelligentie? Had Nietzsche maar carnaval kunnen vieren. Alaaf!

 

Reageer

Bullshit

De Limburger, 11 februari 2023

Paar krantenkoppen in de afgelopen weken: Vmbo’er hecht minder waarde aan democratie dan leeftijdgenoten.Rechts-extremisme groeit in Limburg, maar aanpak is lastig.Bijna kwart van de jongere Nederlanders gelooft feiten over de Holocaust niet.

Vrijwel onmiddellijk volgden nuanceringen. Deskundigen die kanttekeningen bij de onderzoeken plaatsten. Nieuwe koppen:Betwisten echt zoveel jongeren de Holocaust?Hechten vmbo-leerlingen echt zo weinig waarde aan de democratie?Betekenen meer racisme-klachten dat rechts-extremisme groeit?

Vind maar eens je weg in het woud van informatie. Wat is het ingewikkeld om een gebalanceerde inschatting te maken van wat er aan de hand is. Wat te doen, vragen studenten vaak. Begin eens met een online-abonnement op een krant, zeg ik. Veel journalisten doen hun best om verhalen genuanceerd te brengen – vandaar die bijstelling bij de krantenkoppen, de dagen erna, want zij zijn het die het onderzoek uitpluizen of deskundigen opbellen. Klopt het wel? Ligt het niet gecompliceerder? Wie verrichtte het onderzoek en waarom? In plaats van (foto)journalisten uit te schelden en uit te maken voor leugenaars en slippendragers van de elite, zoals op sociale media voortdurend gebeurt, mogen we diep dankbaar zijn dat ze bestaan, deze waakhonden.

Het is niet vanzelfsprekend, nadenken over hoe je je verhoudt tot informatie: één bron is geen bron, hoor en wederhoor, en hoe herken je nepnieuws oftewel bullshit? Ja, wat ís bullshit eigenlijk, want het is iets anders dan foute informatie, dan berichten die niet kloppen. Iemand die bullshit verkoopt is niet geïnteresseerd in de waarheid, in feiten, die is alleen geïnteresseerd in het effect van zijn bullshit. Zie Baudet, Van Meijeren of Van Haga: slinger iets onthutsends de wereld in en je hebt weer een giftig drupje toegevoegd aan het wantrouwen in bestuurders, wetenschappers, medici. Of nu: een schrijver. Of het klopt boeit niet, roep iets over een kinderboekenschrijver wiens lhbtiq-thematiek je niet aanstaat, laat ‘pedofielennetwerk’ vallen en wacht.

Wilma Delissen-Van Tongerlo, burgemeester van Peel en Maas, stelde het onlangs op de radio nog scherper: nepnieuws en haatzaaien is heel bewúst bedoeld om te ontwrichten. Voor de Raad van Europa schreef ze een rapport over de impact ervan op het lokale en regionale bestuur. Dat valt niet mee. Steeds meer mensen in het openbaar bestuur haken af. Die willen niet uitgemaakt worden voor verrader, die willen niet bedreigd worden. De kinderboekenschrijver gaf de opdracht voor het schrijven van het gedicht voor de Kinderboekenweek terug. „Een gedicht schrijven is mij geen doodsbedreigingen waard”, zei hij. Ophitsing geslaagd. En zo zaagt een kleine groep aan de stoelpoten van de democratie.

Reageer

Dag Gina

De Limburger, 4 februari 2023

Toen Gina Lollobrigida stierf, alweer drie weken geleden, werd ik overvallen door een grote nostalgie. Dat is vreemd, ik ben een kind uit de jaren zestig, ik heb de tijd van de films waarin de diva speelde niet meegemaakt. De woorden die bij haar dood klonken – Italiaanse seksbom, filmster, La Lollo – waren eenduidig. Het lijkt zo lang geleden, een lang vervlogen tijdperk. De actrice stierf, 95 jaar, bijna een eeuw oud.

Maar het was precies haar leeftijd die me trof. Zo’n uitgesproken actrice, zo’n naam, de beelden die die naam opriep, beelden van naoorlogs Italië, van Rome, van Hollywoodfilms met Humphrey Bogart, Tony Curtis en Rock Hudson – dat alles lag in een ver verleden. En een gedachte overviel me: wie wás ze eigenlijk? Want het was haar leeftijd die haar verbond met mijn tantes die in de negentig zijn, tantes die een nu onvoorstelbaar leven hebben geleefd, die net als de Italiaanse steractrice werden geboren aan het eind van de jaren twintig in de vorige eeuw, die 12, 13, 14 jaar waren toen de oorlog uitbrak, een bepalende, gevoelige leeftijd.

De jonge Lollobrigida groeide samen met drie zussen op in een klein plaatsje nabij Rome. Vader was een meubelmaker die in de oorlog alles verloor. In een terugblik over La Lollo in De Limburger werd een interview aangehaald. ‘Ik heb gruwelijke armoede gekend,’ vertelde ze. ‘Kleding had ik amper. Vaak droeg ik maanden aan een stuk dezelfde jurk. Eenmaal per week waste ik die jurk ’s avonds in de hoop dat hij tegen de ochtend droog zou zijn.’

Dat raakte me. Niet vanwege het rags to riches-verhaal, niet vanwege het latere succes, maar vanwege die jongemeisjestijd die ook die van mijn tantes is, een tijd waarin alles onzeker was, het leven angstig, heftig, armoedig, beperkt. En waarin ze toch leefden, jong waren, vol leven, vol goede moed, met een jurk die je maanden aan een stuk droeg.

Frappant, in een oud interview in Vanity Fair las ik dat ze in haar sculpturen – na haar acteercarrière vond Lollobrigida zichzelf opnieuw uit als fotograaf en beeldhouwster – het gevoel van haar kinderjaren wilde terughalen, de vrijheid ervan. En ook, zei ze, de tijd van de cinema in de jaren vijftig, die ze omschreef als ‘uitgelaten en vol verbeelding’. Je kunt het je voorstellen, na de oorlogsjaren: de vreugde van al het nieuwe, de dingen, de kleren, muziek, film, de nieuwe mogelijkheden. Wat een intensiteit. En ik denk ook dit: als het gaat over generaties die de aarde hebben verpest met hun verspillende consumptie, wijs dan niet naar hen – met hun jeugd waarin ze een keer per jaar nieuwe kleren kregen, waarin elke sok werd gestopt, elke schoen werd gelapt.

Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Bij het heengaan van Gina Lollobrigida is een stukje van de ziel van die tijd afgescheurd.

Reageer

Pak de spullenboeren en de energiemaffia aan

De Limburger, 21 januari 2023

Lützerath galmt na. Wat een krankzinnigheid. Zelfs de Duitse politiechef die het bruinkooldorpje van activisten moest schoonvegen vond het waanzin. Ik denk dat ze nu bij de Duitse Groenen zitten te zweten. Het idee was om vanwege de gasstop van hofleverancier Rusland de bruinkoolwinning een tijdje te verruimen. Dat was de deal met de Duitse energiereus RWE: in ruil voor uitbreiding van de afgraving zou het bedrijf zijn kolencentrales eerder dichtgooien, niet in 2038 maar in 2030.

Prima, had de grote kolenboer gezegd en in de bestuurskamer trokken ze een fles open: we gooien gewoon de beuk erin en gaan lekker sneller meer kolen verbranden. Maar dan wel compensatie hè, had hij tegen de groene minister gezegd. En ze proestten van de pret, want ja, ze werden voor 2,8 miljard gecompenseerd. Even later lagen ze, na een blik op de stroom­prijzen, hikkend onder tafel.

Intussen is het onduidelijk of de kolen uit Lützerath werkelijk nodig zijn voor de reservestroomvoorziening van Duitsland. Het is gruwelijk manoeuvreren, door de oorlog van Poetin. Maar door die bruinkool, de vervuilendste energiebron, dreigt ons buurland de klimaatdoelen van Parijs niet te halen. Een groep jongeren won al een klimaatrechtszaak. ‘Auf zu Lütziland! Wir sind mit mehr’, klonk het door de kelen van de activisten. Ik ben bang dat ze daar bij de Groenen nu ook achter komen. De voltallige wereldpers was in Lütziland. Het is een symbool geworden. En u weet hoe het gaat met symbolen: die kunnen groeien. Wordt Lützi een moment van ommekeer?

Wat zou dat fijn zijn, want het is tijd voor een hoopvol klimaatverhaal, een parabel die de gemoederen opmontert in plaats van smoort. Met een wenkend vooruitzicht zijn een hoop mensen bereid de kachel lager te draaien, minder te kopen, meer groente te eten. Maar dan moeten de bedrijven die dankzij die consumenten decennialang woekerwinsten maakten wel vóórop gaan. Want ja, ik koop graag tweedehands kleren, ik laat graag iets repareren, ik doe graag langer met mijn goederen.

Maar dat is niet het verhaal. De ommekeer komt als regeringen laten zien dat de energiemaffia en de grote spullenboeren aangepakt kunnen worden. Jarenlang mochten ze de markt beheersen en het koopgedrag van mensen bepalen, met subsidies en belastingvoordelen en compensatie als het een keertje minder ging: jaag het maar aan, laat het volk maar kopen, de laptops die na een paar jaar verouderd zijn omdat de nieuwe software er niet op werkt, de vervuilende mobiele telefoons die om de twee jaar worden vervangen – op afbetaling nog wel, de kleren die in gigantische bulken worden geproduceerd omdat dat meer winst oplevert.

Druk blijven zetten dus. En dat hebben de dapperen in Lützerath voor ons gedaan. Uit zichzelf gaan ze het niet doen, de big boys.

Reageer

Opgehypte scheidslijnen tussen volk en elite

De Limburger, 14 januari 2023

Wat blijft alles toch fijn bij het oude. Vuurwerk, nieuwjaarstoespraken en -recepties, alweer drie zoenen. Ofschoon, de actievoerder die bij de nieuwjaarstoespraak van de burgemeester van Maastricht opdook was helemaal in lijn met de nieuwe tijd: zorgen dat je een live mediamoment grijpt. Ook helemaal nu: de bestuurder die niet „bewaking!” roept, maar gelijk met de boze burger in gesprek gaat. Dat deed ze goed, trouwens, Annemarie Penn-te Strake. „Kom eens hier staan”, zei ze kalm tegen de man die aandacht eiste voor het onderkomen van de daklozen in Maastricht, en ze maakte een beweging naast haar. „Nee”, zei de man dwars, „ik ga nu eens vóór u staan”. Wat een gemiste kans. Alhoewel, het filmpje van het incident werd opgepikt door de NOS en De Limburger zocht meteen uit hoe het precies zat met de daklozenopvang in de stad. Win-win.

 

Ik betrapte me trouwens op deze gedachte: van dat geld waarmee elk jaar vuurwerkschade en -letsel wordt hersteld zou best wat naar de daklozen kunnen. Maar oeps, vuurwerk is een traditie. En mensen zijn fel op het afpakken van tradities. Een columnist meende dat de criticasters van de vuurwerktraditie tot de elite behoren. Als je vuurwerk verbiedt, schreef ze, moet je ook wintersport verbieden – al die gebroken armen en benen. Maar daar maken artsen zich niet druk om, stelde ze, want die gaan zélf op wintersport.

Maar met skiën breek je, dacht ik, niet vaak de benen van iemand anders. En er is ook zoiets als consideratie met de medemens, ouderen, winkeliers, door oorlog getraumatiseerden. En met talloze dieren, honden, katten, vogels, paarden, die collectief in de stress schieten. Het gaat niet over een paar sierpijlen en rotjes die je gezellig samen met vrienden of buren afsteekt. Het gaat over hele straten en buurten die dagenlang geterroriseerd worden door zwaar geknal. Traditie? Grof geweld, zou ik zeggen. En niet erg van deze tijd, waarin we steeds meer rekening willen houden met kwetsbaren.

Wat ik problematisch vind is de versimpelde voorstelling van laag en hoog vermaak. Wintersport is al decennia iets waar veel Nederlanders van genieten. Massa’s trekken naar de wintersportgebieden, op groot of klein budget. Ik sprak onlangs mijn visboer over klimaatverandering en skiën, hij ging overslaan dit jaar. Ja, ook de visboer skiet én denkt na over het klimaat. Elite?

Als het om afpakken gaat denk ik aan andere dingen: gemeentelijke zwembaden, bibliotheken, goedkope buskaartjes, nutsbedrijven (één stabiel energietarief), woningen met een lage huur, een zorgverzekering naar draagkracht. Met andere woorden: laat u niet gek maken door de opgehypte scheidslijnen tussen volk en elite, tussen wit en zwart, woke en traditie. Houd, vooral met de provinciale verkiezingen voor de deur, uw oog op de bal.

Reageer

Voornemen: stap dit jaar wat vaker van het paard

De Limburger, 7 januari 2023

Begin van het nieuwe jaar. Goede voor­nemens. Minder hoog op het paard zitten. Een paar familieleden zeiden tijdens de feestdagen dat ik een drammer kon zijn. Wat, een drammer, ik? Ik dacht dat ik de ruimhartigheid zelve was. Laat duizend bloemen bloeien! Nou ja, natuurlijk niet als je niet begrijpt dat… Precies, zei mijn zus. Dat is drammen. Dus ik ga mijn leven beteren. Van het paard stappen. De huidige polarisatie, zei een onderzoeker op de valreep van het oude jaar, heeft geen ‘wetenschappelijke basis’. We dénken dat we heftig gepolariseerd zijn, maar in werkelijkheid valt dat nogal mee.

Over dat dénken moest ik denken. Gaat het daar niet juist om? Om de beleving? Als je zegt ‘snap je dan niet dat…’ komt dat over alsof de ander dommer is dan jij. Hoog op het paard. Nu las ik dat de leiders van Bij1 en BBB – Sylvana Simons en Caroline van der Plas – prima door één deur kunnen in de Kamer, terwijl ze ruziënd aan hun Kamerschap begonnen. Hoe kan dat? Ze blijken in de wandel­gangen met elkaar te praten over wat er in het debat gezegd is, ze gaan koffie­drinken en komen elkaar tegen op de rokers­locatie. Wat Van der Plas aanvankelijk stoorde, las ik, was dat Simons telkens keihard begint te lachen als er dingen worden gezegd die haar niet aanstaan. Van der Plas krijgt daar een onveilig gevoel van. Simons legde tijdens het paffen uit dat het geen uitlachen was maar slechts een maniertje om haar boosheid te bedwingen.

Hoog op het paard zitten, of de beléving dat de ander hoog op het paard zit. Aan de koffie, bij een sigaret, kom je erachter. Tegelijk hebben Simons en Van der Plas inhoudelijk wel degelijk heel verschillende, ja polariserende standpunten. Maar daarvoor is de democratie – we mogen blij zijn dat in Nederland zoveel verschillende groepen via al die partijen en partijtjes een stem hebben in het parlement. Democratisch stoom af­blazen. Zo herinner ik me dat Kader Abdolah, schrijver van Iraanse afkomst, eens uitriep dat hij Geert Wilders dánkbaar was, om dezelfde reden.

Maar hoog op het paard zitten kan ook gewoon het gevolg zijn van enthousiasme, van een gedreven behoefte de ander een inzicht te bezorgen dat-ie blijkbaar ontbeert. Maar het is glad ijs, weinigen is het gegeven de goede toon te bewaren, een zekere bescheidenheid. De air van morele superioriteit ligt altijd op de loer. Zo gaat het met discussies over het klimaat, over de excuses voor het slavernijverleden, over vluchtelingen. Niet iedereen heeft dezelfde kennis, niet iedereen hetzelfde gevoel. Tête-à-têtes zoals die van Simons en Van der Plas – laten we het meer doen. Verhelder jezelf. Wat bedoel je? Verplaats je in een ander. Wat ligt er achter iemands woorden? Stap dit jaar wat vaker van het paard.

 

Reageer

Het koloniale verleden gaat ons allemaal aan

De Limburger, 17 december 2022

‘Met de kennis van nu voel ik pijn in mijn hart. Het maakt je triest, ook al is het lang geleden’, zegt een oudere bewoner van Willemstad, Curaçao, in een reportage over het voorgenomen excuus over de slavernij. Wat opvalt is het verschil tussen generaties: ouderen laten het verleden graag rusten, jongeren verdiepen zich juist in de geschiedenis. Maar als het over excuses gaat is iedereen het eens: die zijn goed. Het is een erkenning van het koloniale verleden.

En die is pijnlijk. Precies om die reden praten ouderen er liever niet over. Of op een indirecte manier, zo wordt me duidelijk uit de Caribische stemmen in het nieuws. Zoals via liedjes uit de periode van de slavernij. Er zijn opnames uit de jaren vijftig, waarop oude mensen de liedjes zingen die ze leerden van hun grootouders die de slavernij nog hadden meegemaakt. Ze zingen: ‘Hoe? Hoe kan ik hier op aarde leven?’.

Jongeren willen het stilzwijgen doorbreken. Ze zeggen: het slavernijverleden is geen leuk verhaal. Niemand wil zichzelf als slachtoffer zien. Maar het gevolg is dat er ook niet gesproken wordt over de negatieve doorwerking ervan. Die sijpelt onbewust door in het dagelijks leven. Zo wordt er volgens de Curaçaose dichteres Nifa Ansano nog steeds op een bepaalde manier naar huidskleur gekeken. ‘De verdeling tussen zwart, bruin en lichtbruin is tot op de dag van vandaag een ding.’ Hoe lichter hoe meer mogelijkheden je worden toegedicht. Altijd sluimert de minderwaardigheid.

Maar het ligt nog oneindig veel subtieler. Dat hebben Surinaamse en Curaçaose studenten me laten zien. Een zin van een student die me trof was deze: ‘We leerden wanneer en hoe we met welke mensen moesten spreken, hoe we ons in het openbaar moesten gedragen en een imago van volgzaamheid en begunstiging konden creëren.’ Dat zijn overlevings­mechanismen, van generatie op generatie doorgegeven, die heel moeilijk te begrijpen zijn als je ze zelf niet kent.

Het belangrijkste, zeggen deze studenten, is bewustwording. Kennis van de geschiedenis, óók op de Cariben en in Suriname zelf. Die komt nu pas op gang. Zoals die nu ook in Nederland pas op gang komt. Het koloniale verleden is niet iets van nazaten van gekoloniseerden alleen. Die geschiedenis is van ons allemaal. Zoals een jonge Curaçaoër in Trouw zei: ‘We kunnen makkelijk zeggen: we moeten Nederland de schuld geven, maar wie gaan we dan de schuld geven?’

Die vraag raakt ook aan sociale klasse. Laat de Nederlandse Staat en de koning, laten Nederlandse steden, banken en bedrijven hun rol in de slavernij uitzoeken, maar laat de verpleegkundige zonder huisbezit of spaargeld met rust: die staat zélf in de overlevingsstand. Excuses komen van de Nederlandse Staat. Het gaat om erkenning, om gezien worden. Er gaat voor niemand iets af, er komt alleen iets bij.

 

Reageer

Woede en tegenwoede, clicks, swipes, kassa!

De Limburger, 10 december 2022

Onze hond leek op een wolf. Daarom ben ik vóór de wolf – zo gaan die dingen. Ieder is het centrum van zijn universum. Vanuit dat centrum kun je je kwaad maken om van alles. Vervolgens kun je daar luid lucht aan geven via diverse socialemediakanalen: kom niet aan de wolf! Als je dat goed aanpakt kun je daar je beroep van maken. Adverteerders haken aan en voordat je het weet ben je voortdurend in de weer met de content van je woede.

Woede lijkt de kurk waar het leven op drijft. Er is onrecht. Er is altijd onrecht. Media jagen erachteraan: onrecht levert woede op, en woede leidt tot kijkcijfers en clicks. De mens maakt zich graag kwaad. Elon Musk liet Trump weer toe tot Twitter: woede en tegenwoede, clicks, swipes, kassa! Niks vrijheid van meningsuiting, alle (sociale) mediabedrijven verdienen geld aan woede. Hup, stook de algoritmes nog wat op, voed de verhitte gemoederen, hoe bozer hoe beter.

Het is best lastig om er niet aan mee te doen. Om niet boos te worden. Het vraagt wat van je. Zo was ik bijvoorbeeld boos op Brussel. Als zelfstandige krijg je steeds minder zelfstandigenaftrek. De EU wil dat Nederland meer mensen een vaste baan geeft, daarom willen ze zelfstandigen ontmoedigen. Het gaat Europa vooral om schijnzelfstandigen, werknemers die worden ontslagen om vervolgens als zzp’er te worden ingehuurd. Maar daar ben ik de dupe van! Ik maakte maar even een frisse wandeling. En toen viel mijn oog op de bladerkooien die je nu overal ziet en werd ik nijdig.

Bladerkooien! Bladeren zijn nuttig, ze vormen een beschermlaag tijdens de winterperiode, maken perfecte compost. Ze bieden een schuilplaats voor egels. Nu nestelen egels zich in die rotkooien en komen ze in een grijparm terecht. Wat een verspilling, die kooien moeten worden geproduceerd, neergezet, geleegd, opgehaald. En waarom? Kunnen we echt niet leven met gevallen bladeren? Dus ik ventileerde mijn boosheid door een foto van zo’n kooi op Twitter te posten. Op het Twitter van Elon Musk, ja, de rijkste man ter wereld, een man die mij graag een beetje ophitst. Wat een verlies van energie. Alleen Musk weer wat blijer gemaakt.

Zo gaat het ook met de wolf. Veel boeren zijn boos. Nu komt daar de wolf nog bij. Boeren en schapenhouders kunnen subsidie krijgen om hun dieren te beschermen tegen de wolf, maar velen willen niet. Ze willen niet, las ik, omdat ze de wolf niet accepteren. Het punt is alleen: hij ís er. Na 150 jaar kwam hij uit Duitsland aanwandelen. En nu is hij beschermd in Europa: hij versterkt het ecosysteem. Je boos maken helpt niet, maar het voelt wel goed. Intussen zijn veel dieren­organisaties en jagers het erover eens dat je de wolf geen vrij spel moet geven maar ook niet moet afschieten. Minder boos worden. Het kost moeite, maar het is te doen.

 

Reageer

Hoe de bullebak ontstond

De Limburger, 3 december 2022

Wat leven we in een waanzinnige tijd. Het is ongelooflijk hoe er gesjord en gerammeld wordt aan de laatste resten van het oude patriarchaat – de maatschappij waarin mannen domineren. Ja, ik wil u even meenemen naar een tijd die niet zo ver achter ons ligt, een tijd waarin mannen als vanzelfsprekend het hoofd van het huishouden waren. Hij bracht het geld binnen, de vrouw deed het huishouden en zorgde voor de kinderen. In Nederland werd dat gezien als een verworvenheid: als de man voldoende inkomen binnenbracht, hoefden vrouwen niet meer buitenshuis te sloven.

Maar de gevolgen waren tamelijk desastreus, voor beide partijen. Vrouwen werden geamputeerd van hun talenten, mannen kregen een loden last op hun schouders: zíj moesten maar zorgen dat het geld binnenkwam. Tegelijk werd het loon gebruikt als een vrijbrief om macht te botvieren.

Ziedaar het recept voor het ontstaan van de bullebak en de angstcultuur. Want als het over bullebak m/v gaat: het kom wel ergens vandáán. Haarscherp staat me voor de geest hoe tal van vaders zich vroeger gedroegen. Als ik ging spelen bij een vriendinnetje was de sfeer gezellig tot tegen etenstijd de vader thuiskwam. Dan moesten we stil zijn, zorgen dat we uit ’s mans vizier bleven. De moeder werd gecommandeerd: waar blijft mijn koffie? Geef me de krant!

Als je ergens bleef logeren en je maakte kabaal op de slaapkamer, kwam de moeder waarschuwen: dadelijk komt vader! Dan zwaaide er wat, kwam vader klappen uitdelen. Die vader wist ook niet beter: hem was voorgeleefd hoe hij man moest zijn: altijd de baas, streng straffen, nooit twijfel of zwakte tonen.

Dat is allemaal niet zo lang geleden. Zoals het niet zo lang geleden is dat de bullebak-cultuur normaal was. En nu komt het overal naar boven, als ballen die te lang onder water zijn gehouden: wat ze zich permitteerden, al die bazen, universiteitsprofessoren, chirurgen, hoofdredacteuren bij de media, sportcoaches, managers. Het genot om macht uit te oefenen was overal. En bestaat dus nog steeds.

Nu hoor je zeggen: wat een overdreven, opgeblazen gedoe. Er is oorlog in Europa! Wat zijn we een verweekt, decadent volk geworden ­– heeft Poetin misschien toch nog gelijk. Ah Poetin, de grootste bullebak op aarde: jij minderwaardig Oekraïne, mond houden en mooi zijn, anders nog meer klappen!

Nog even mijn dochter (23) gebeld. Zij werkt voor een ambitieus, internationaal bedrijf – vast een vat vol bullebakken. Is een autoritaire aanpak van een manager gerechtvaardigd om een topprestatie te bereiken? „Dat is totale bullshit”, zegt ze. „Als je dat doet, lig je er bij mijn generatie uit als manager. Niemand heeft dat recht.” Bullebakgedrag, dat is niet ‘opgeblazen’, dat is aangeleerd en nu totaal passé, achterlijk en zielig.

Reageer

« Vorige items Volgende pagina » Volgende pagina »