Archief voor maart, 2020

Vergangenheitsbewältigung

De Limburger, 6 maart 2020

COLUMN – Vergangenheitsbewältigung heet dat zo mooi in het Duits. De verwerking van het verleden. In Duitsland zijn ze er goed in. De hand in eigen boezem steken, schuld belijden. De Nederlands-Britse historicus Ian Buruma deed 25 jaar geleden voor zijn boek Het loon van de schuld onderzoek naar de Vergangenheitsbewältigung van Duitsland en Japan ten aanzien van de Tweede Wereldoorlog.

In tegenstelling tot Japan, dat graag in de slachtofferrol dook, nam in Duitsland de bereidheid om schuld te bekennen soms haast obsessieve vormen aan, constateerde hij. „Soms kreeg je de indruk”, schreef hij, „dat het Duitse geheugen was als een grote tong die voortdurend een pijnlijke kies aftastte.” Hoe zit het met de Nederlandse omgang met het verleden? Nederlanders hebben zich lang moreel superieur gewaand. Naar de schuld van anderen wijzen, daar zijn we goed in. Daar komt langzaam verandering in. In mei afgelopen jaar haalde Buruma in een lezing in Maastricht de mythe van het grote Nederlandse verzet tijdens de oorlog onderuit. De waarheid is dat we goed met de Duitsers hebben meegewerkt, zei hij.

Zuiderlucht

Zowel De Limburger als cultureel maandblad Zuiderlucht besteden nu aandacht aan de kwalijke, sadistische praktijken in de detentiekampen van onder meer Maastricht, tijdens de chaotische dagen en weken na de bevrijding. De deken van de Orde van Advocaten, Charles van Oppen, schreef een aanklacht tegen de behandeling van (vermeende) collaborateurs door allerlei losse groepen en individuen die op vergelding uit waren of persoonlijke rekeningen wilden vereffenen. Het werd hem niet in dank afgenomen. Pas na zijn dood kreeg Van Oppen erkenning als de eerste die de moed had om zijn mond open te doen.

Langzamerhand zijn we bereid fouten te erkennen. De Nederlandse Spoorwegen zijn overgegaan tot financiële compensatie van Holocaustslachtoffers vanwege de rol van de spoorwegen in de Tweede Wereldoorlog. Dat was geen heldenrol. Al in mei 1940 liet de NS-directie haar werknemers weten dat er sprake zou zijn van ‘loyale samenwerking met de Duitse autoriteiten’.

Excuses

Premier Rutte maakte na 75 jaar excuses voor het handelen van de Nederlandse overheid tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pas na driekwart eeuw is het officiële beeld van Nederlanders als slachtoffers en verzetsstrijders bijgesteld.

Programmamaker Coen Verbraak maakte afgelopen jaar een serie tv-portretten van Indiëveteranen. Na 70 jaar probeert Nederland in het reine te komen met een complex koloniaal verleden, dat eindigde met een guerrillaoorlog waarin 6000 Nederlandse dienstplichtigen sneuvelden en meer dan 100.000 Indonesiërs het leven lieten. Het Rijksmuseum komt dit najaar met een eerste grote tentoonstelling over slavernij. „Niet als een zwarte bladzijde die je kunt omslaan, maar als een onlosmakelijk onderdeel van onze geschiedenis”, meldt het museum. Andere musea hebben afgelopen week een initiatief gepresenteerd onder de noemer Musea Bekennen Kleur. Er komt een programma met tentoonstellingen over slavernij, het kolonialisme en de erfenis daarvan. Ook het Bonnefanten doet eraan mee.

Molukkers

Het is tijd voor de stemmen en beelden van de kinderen en kleinkinderen van generaties oud-gekoloniseerden. Van de Molukkers bijvoorbeeld, van wie een deel in Maastricht terechtkwam nadat Indonesië onafhankelijk was geworden. In eigen land werden ze als verraders beschouwd, omdat ze gediend hadden in het KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Maar toen ze in Nederland arriveerden, werden ze ontslagen en grotendeels aan hun lot overgelaten. Hoe kunnen we het koloniale verleden het beste verwerken? De Nigeriaanse schrijver en satiricus Elnathan John (38) gaf in zijn Nelson Mandela-lezing afgelopen zondag in Amsterdam alvast een paar verfrissende tips: Realiseer je dat wij net zo slecht zijn als jullie. Durf te zeggen wat je denkt, dans in de regen. En: als je het niet meer weet, vraag dan niet de weg aan zwarte mensen.

Reageer

Waar blijft de superlobby voor een snelle trein?

De Limburger, 22 februari 2020

COLUMN – Waar blijft de provinciale superlobby voor een snelle trein tussen Maastricht en de Randstad? De trein Maastricht-Utrecht doet er anno 2020 net zo lang over als veertig jaar geleden. Vanuit Rotterdam ben je net zo snel in Parijs als in Maastricht. Een kind snapt dat er iets niet klopt. Wordt er achter de schermen hard genoeg getrokken aan de NS, ProRail en het Rijk?

Alweer twee jaar geleden pleitte toenmalig ProRail-topman Pier Eringa voor snellere treinverbindingen tussen de Randstad en steden als Groningen, Middelburg en Maastricht. Hij vond dat die op z’n minst een half uur sneller konden, simpelweg door non-stop intercity’s. Zo’n directe trein zou één à twee keer in de spits moeten gaan rijden, zei hij. „Nu moet je naar Amsterdam nog twee uur treinen. Als we met een snellere en vooral directe verbinding die steden dichterbij brengen, doe je ook echt wat voor de bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland”, zei Eringa in het Dagblad van het Noorden.

In 2023

In een reactie van NS op Eringa liet een woordvoerder weten dat een non-stop intercity ‘voorlopig niet op de agenda staat’. Voorlopig waren de spoorwegen namelijk bezig met het ‘Spoorplan Noord-Nederland’. En ziedaar: afgelopen november kwam de NS met het bericht dat er in 2023 een versnelde intercity tussen Groningen, Leeuwarden en de Randstad gaat rijden. Dergelijke plannen liggen er niet voor Maastricht en Parkstad. Hoe kan dat? Intussen groeit de bevolking van Nederland elke maand met zo’n tienduizend mensen. In de afgelopen vier jaar kwamen er elk jaar ruim 100.000 mensen bij, voornamelijk (85 procent) door migratie uit een EU-land. In 2019 zelfs ruim 130.000 mensen, dat is de bevolking van een stad als Maastricht.

En hier vragen we ons af hoe bevolkingskrimp en leegstand tegen te gaan? Ik las dat ‘Gedeputeerde van Mobiliteit’ Hubert Mackus het idee van Eringa twee jaar geleden ‘interessant’ vond. Mensen, wordt wakker! Over tien jaar is de bevolking met dik een miljoen gegroeid! Trek ten strijde, zing, vecht, huil, bid, lach en werk aan een supersnelle aansluiting met de rest van het land.

Twee miljoenensteden

Wat is Nederland? Het oppervlak van twee miljoenensteden. Elke dag wordt er in de Randstad geschreeuwd om woningen. Allerlei voorstellen worden geopperd, woningen op industrieterreinen, in nieuwe polders, in oude cruiseschepen.

Het stadsbestuur van Den Haag heeft ook een creatief idee bedacht. Dat wil dak- en thuislozen een vergoeding geven om zich in krimpgebieden te vestigen. Die groep stijgt namelijk snel in Den Haag, terwijl de stad kampt met woningnood. Dus telden ze daar 1 en 1 op: laten we ze naar plaatsen sturen in het land waar woningen leegstaan. Parkstad bijvoorbeeld! Elke dag zitten de treinen naar Eindhoven bomvol forensen. Mensen willen graag in Limburg (blijven) wonen, maar het werk is elders. In Zuid-Limburg is de bevolking sinds 2002 gekrompen met een kleine 60.000 inwoners. Door decennia aan braindrain (jongeren die in de Randstad gaan studeren of werken) is de diversiteit van de bevolking beperkt. Wie zegt tegen Den Haag dat het bouwen van al die woningen niet zo dringend zou zijn als meer mensen in het zuiden zouden wonen? Als er snelle verbindingen zouden zijn?

Zuid-Expres

Het plaatje: door de Zuid-Expres komen mensen hier om te wonen, ze gaan forensen. Als ze hier wonen, gaan hun kinderen hier naar school. Ze gaan op restaurant en café, bij zwemvereniging en harmonie, zangvereniging en carnavalscommissie. Ze gaan naar theater, film en lezingen. Dat levert reuring op, opwinding, nieuwe ondernemers, banen. Limburg groeit. En intussen stijgt het water. In de Randstad krijgt men natte voeten. Met een beetje vaart, schat ik, is Limburg in 2030 helemaal hot.

Reageer

Een flirt met de dood

De Limburger, 7 februari 2020

COLUMN – De Japanse schrijver Fukazawa Shichiro vertelt in zijn boek De Ballade van Narayama (1956) over het laatste levensjaar van een vrouw die volgens traditie na haar zeventigste verjaardag ‘naar de berg’ moet.

Ze is nog fit, maar in het dorp in het noorden van Japan is het leven hard en het voedsel schaars, en als je te oud wordt kijken de dorpelingen je na: wordt het niet tijd voor de berg Nara? Als de winter komt, zullen de kinderen hun moeder begeleiden naar de bergtop en haar daar achterlaten.

Ik moest de afgelopen tijd denken aan dit verhaal. Is het mogelijk dat een wet over ‘voltooid leven’ oude mensen op den duur naar de berg dirigeert? Niet omdat er te weinig eten is, maar omdat ze (via sociale media) steeds meer beoordeeld worden?

Een van mijn studenten vertelde me dat er op sociale media geflirt wordt met depressie en zelfmoord. Op de TikTok-app, zei ze, sturen tieners elkaar filmpjes met verhalen over zelfmoordpogingen. Nu TikTok, straks de voltooid-leven-app?

55-plussers

Vreemd genoeg laaide de discussie over voltooid leven op naar aanleiding van een onderzoek naar de doodswens van 55-plussers. Dat is een heel grote en diverse populatie. Wat er uit het onderzoek kwam was dan ook niet erg verbazingwekkend: er is een groep die er soms of geregeld over denkt om uit het leven te stappen. Daarnaast zijn er mensen die zich eenzaam of overbodig voelen, of die het niet meer zien zitten vanwege ernstige persoonlijke of financiële problemen.

‘Voltooid leven’ is op al deze mensen helemaal niet van toepassing, en heeft dus niets te maken met het wetsvoorstel van D66-Kamerlid Pia Dijkstra. Dat draait om 75-plussers die niet fysiek lijden, maar hun leven voltooid achten en graag ‘een waardig einde aan hun leven willen maken’.

Regie in eigen hand houden

Vrijwel elke krant vond de afgelopen tijd wel zo’n 75-plusser die aangaf autonoom te willen beschikken over het moment van sterven. In De Limburger zei Weertenaar Bert van Maaren: „Mijn leven is een opeenstapeling van lichamelijke manco’s. Straks komt het moment dat ik niet meer verder wil. Als het zover is, wil ik de regie in eigen hand houden en op een waardige manier sterven.”

Daarom zou hij graag een zelfdodingspil in huis willen hebben. Want, zegt hij, dan kan hij er op een humane manier zelf een eind aan maken en is hij niet afhankelijk van een arts.

Nachtkastje

Maar het paradoxale van de wet is: op het moment dat je die pil wil, verlies je je autonomie. Je wordt niet afhankelijk van een arts, maar wel van een ‘levenseindebegeleider’, want je krijgt niet zomaar een pil aangereikt om op je nachtkastje te leggen. De levenseindebegeleider ‘zal beoordelen of er sprake is van een stervenswens die vrijwillig, weloverwogen en duurzaam is’.

Ook opmerkelijk: wat wel naar voren kwam uit het onderzoek onder 55-plussers, was dat de groep van 70-plussers die nergens aan lijdt, maar toch actief uit het leven wil stappen, niet gevonden is. Met andere woorden: bij een doodswens speelt (het vooruitzicht van) lijden blijkbaar altijd een rol.

‘Voltooid leven’ wordt zo een term voor iets dat niet bestaat. Het leven blijkt namelijk pas voltooid op het moment dat het niet meer leefbaar is. En voor die situatie is er een oplossing: euthanasie.

Verhullend

‘Voltooid leven’ is dus een verhullende term, die suggereert dat er een afronding bestaat. Het is een flirt met de dood, want het leven is nooit af zolang je het leeft. Iemand wil niet meer leven, omdat het niet meer te doen is. Je kunt wel zeggen: ik heb een prachtig leven gehad, het is mooi geweest. Maar dat is iets anders.

Reageer

Gratis drinkwater graag!

De Limburger, 24 januari 2020

COLUMN – Een van de fijnste gewone dingen in Nederland is het water uit de kraan, zeker als je zoals ik jarenlang in China hebt gewoond. Het is van een duizelingwekkende luxe dat je je glas onder de kraan kan houden en dat je dan drinkwater hebt van topkwaliteit. Dat je niet met twintigliterflessen hoeft te slepen voor je dagelijkse drinkwatervoorziening en dan nog niet zeker weet of wat er in de fles zit wel deugt – want wie zegt dat de verzegelde dop (de garantie van het bedrijf) niet nagemaakt is? Maar ja, je drinkt het, net als de rest van de mensen op aarde die nooit zeker weten of het drinkwater wel veilig is.

Spilziek

Bij terugkomst bleken Nederlanders een bizar, spilziek volk te zijn dat datzelfde kostbare water ook door de wc spoelt en zich doucht met puur drinkwater. Waar komt al dat goeie water eigenlijk vandaan? Ik kwam erachter dat in Limburg het drinkwater voor het grootste deel (75 procent) gemaakt wordt van grondwater. Vanuit driehonderd waterputten wordt het water uit de grond gepompt. De putten bevinden zich in beschermde waterwingebieden. Het resterende kwart komt uit de Maas. Dat is allemaal te lezen op wml.nl, de website van Waterleiding Maatschappij Limburg.

Sindsdien ben ik erg trots op het Limburgse drinkwater. Het waterleidingbedrijf begon vijftien jaar geleden met het ontharden van het water. En anders dan in omringende landen zit in ons water geen chloor. Daarom drinken wij in vergelijking met België en Duitsland veel meer kraanwater dan flessenwater. We zijn dus enorm goed bezig, hier in Limburg.

Innovatie

Maar er kan nog een tandje bij, met een systeem waarmee water hergebruikt kan worden. En dat is er: de start-up Hydraloop uit Leeuwarden won daar begin deze maand de eerste prijs mee op een grote innovatiebeurs in Las Vegas. Het bedrijf heeft een systeem ontwikkeld dat binnenshuis water recyclet, waardoor 85 procent van al het gebruikte water hergebruikt kan worden voor douche, toilet en (af)wasmachine. Kosten: rond de 4000 euro. Overheid en bedrijven, beginnen jullie daarmee?

Intussen kunnen we ervoor zorgen dat we stoppen met een paar beschamende, ongastvrije gewoonten als het om water gaat. Er zijn twee zaken waarvoor ik me doodschaam als ik vrienden uit het buitenland op bezoek heb. Eén: het ontbreken van gratis schone publieke wc’s. Station Maastricht, zag ik, vraagt 70 cent om naar de wc te mogen. Welkom in Zuid-Limburg, het gastvrije land van André Rieu. Even ter vergelijking, omdat ik er net geweest ben: Hongkong, een stad met 7,5 miljoen inwoners, heeft overal – straten, parken, metrostations, veerboten – gratis openbare toiletten. Ze zijn schoon, er is wc-papier, je kunt je handen wassen en drogen en er is vaak ook nog een apart fonteintje met drinkwater.

Horeca

Twee: de onbegrijpelijke, beschamende gewoonte om in de horeca geen gratis water te geven. Ook in het eigen Limburg, waar we prat gaan op onze rondborstige, gulle inborst, is het telkens een gevecht om een karaf gratis water op tafel te krijgen. Praten als Brugman moet je. En soms uiteindelijk opstaan en vertrekken als je voet bij stuk houdt.

Laat ik het samenvatten voor horecaondernemers: dus de klant mag wel gratis naar de wc, waar hij tientallen liters drinkwater erdoor jaagt, maar als hij van hetzelfde WML-water een glas wil drinken moet hij betalen? Ik zou zeggen: probeer het eens om te draaien: serveer gratis water en vraag geld om van het toilet gebruik te maken. Blijkt dat geen goed verdienmodel te zijn, realiseer je dan dat het woord gastvrijheid niet alleen horecajargon is, maar ook werkelijk iets betekent. In China serveren ze daarom gratis thee bij het eten (en Chinezen weten wat handel is!).

Reageer