Archief voor oktober, 2014

In Nederland

LANGZAAM
[De Stemming, L1, 21 september 2014]

Ik droomde, dat ik langzaam leefde ….
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,

Aan deze regels van Maria Vasalis moest ik denken toen ik me afgelopen week na een operatie in contemplatieve toestand bevond.
In halfsluimer lag ik na te denken over de woorden van essayist Cyrille Offermans, die een opmerkelijk voorwoord schreef in zijn pas verschenen bundel Wat er op het spel staat.
In dat voorwoord stelt Offermans dat goede literatuur een uiting van generositeit is, dat de schrijver de lezer eer bewijst door een beroep te doen op zijn hoogste intellectuele en creatieve vermogens. ‘Een ambitieuze schrijver,’ zegt Offermans, ‘heeft geen boodschap aan de lezer, hij schenkt hem iets, het beste wat hij te bieden heeft – een ‘promesse du bonheur’.’

Het ‘promesse du bonheur’ zong rond in mijn hoofd, een formulering afkomstig van de Franse schrijver Stendhal, die haar oorspronkelijk gebruikte om over de liefde te spreken.
La beauté n’est que la promesse du Bonheur, schreef hij. Schoonheid is niets anders dan de belofte van geluk.
Maar, mijmerde ik, wanneer hebben we het gevoel dat die belofte ontstaat? En als het vooral om de belofte gaat, betekent dat dan dat het geluk per definitie onbereikbaar, onvervulbaar is? En dat dat dus de crux, de essentie van schoonheid is?

Het werd me teveel, mijn hemel, ik was een zieke, gewichtloos drijvend op haar witte bed, zoals Maria Vasalis dichtte. Ik moest terug naar de aarde en greep naar het vederlichte boekje Wie zwemt is keg van dichter Leo Herberghs. Het boekje verscheen al in 1990, maar is ter gelegenheid van de 90ste verjaardag van de dichter opnieuw uitgegeven.
Als er een dichter is die de kunst van het ‘promesse du bonheur’ verstaat, is het wel Leo Herberghs. Elk woord dat hij aanraakt: knie, wolk, koe – het zijn meestal de meest elementaire woorden die hij kiest – belooft je een glimp van schoonheid.
Wie zwemt is keg staat in de lange traditie van het absurdisme, het werd dan ook geschreven in opdracht van de Club van Actieve Niet-Zwemmers, alweer meer dan 20 jaar geleden.
Hoe actueel, bedacht ik in mijn sluimertoestand, want wie Actief Niet-Zwemt benadert de ‘Promesse du Bonheur’. Ik sloeg het boekje open en las:

Er was eens een kind dat zwemmen wilde leren. Vader en moeder, oppassende mensen, zeer rein en kuis, brachten het naar de zwemmeester. Maar de zwemmeester was een slecht mens. Heimelijk bracht hij het kind naar buiten, ver van het zwembad, en leerde het vliegen, op vleugels die de zwemmeester zelf vervaardigd had. En toen de ouders erachter kwamen dat het kind in plaats van te zwemmen geleerd had te vliegen, joegen ze het de deur uit. Maar het kind vloog de hemel in.

[luister hier naar radiouitzending De Stemming van 21 september 2014]

Reageer

In Nederland

WELPJES
[De Stemming, L1, 25 mei 2014]

De welpjes Ama, Alex en Ari, door Gaia Zoo trots vernoemd naar de drie koningskinderen, leefden maar twee dagen. Toen waren ze verdwenen. Door vader, moeder of andere leeuwen opgevreten – niemand die het weet, sporen werden niet gevonden.
Zo gaat dat nou eenmaal in de natuur, reageerde de Kerkraadse dierentuin luchtig. ‘We hopen dat de moeder er iets van geleerd heeft.’

Even op een rij. Je bent een dierentuin en je hebt onverwacht – Gaia Zoo wist niet dat de leeuwin zwanger was – drie babyleeuwen in huis.
Je bezit ineens een toeristische trekker van jewelste – babydieren doen het altijd goed en bovendien: zoveel leeuwen zijn er niet meer op de wereld, dus de kassa zal rinkelen, welkome inkomsten voor zo’n geldslurpend bedrijf als een dierentuin.
Je vernoemt die welpjes vervolgens trots naar de kinderen van onze koning Willem-Alexander. En dan gaan ze dood en zeg je: nou ja, had de moeder maar beter moeten opletten.

Vreemd. Achterdocht steekt de kop op. Houdt men iets achter? Zijn er fouten gemaakt? Zou er soms iets anders gebeurd zijn? Als je zo’n geschenk in de schoot geworpen krijgt, ga je er toch professioneel en behoedzaam mee om, zou je denken.
Er is geen spoor van de welpjes teruggevonden. Met huid en haar opgevreten, zegt men, of probeert men een blamage te verhullen? Zijn de welpjes gestolen – 3 jonge leeuwen, tel uit je winst. In de canned hunting industrie bijvoorbeeld levert een leeuw snel 20.000 dollar op. Ingeblikt jagen is wereldwijd een tijdverdrijf voor gekken met geld geworden: je schiet in een klein, omheind gebied een wild dier dood: altijd prijs.
Over de hele wereld staan multimiljonairs te trappelen om een leeuw binnen te halen, voor in hun privé-dierentuin. Voor Oost-Europese of Aziatische maffia is het vast een koud kunstje om drie welpjes weg te halen uit Kerkrade.
Zoveel potentiele klanten. Zou er bij Gaia Zoo geen bel zijn gaan rinkelen? Jongens, waarom zouden we die drie welpjes houden? De moederleeuw is nog jong en kan zo opnieuw zwanger worden. Wat een meevaller zou dat zijn op de jaarbegroting. Wie zouden we eens bellen? Een Russische oligarch, een oliesjeik, een Chinese partijbaas, een Indiase IT-goeroe?
Op de burelen van Gaia Zoo zat men met verhitte hoofden bij elkaar. Konden ze dat wel maken, net nu ze de welpjes Ama, Alex en Ari gedoopt hadden?
Chef dierenverzorging nam kalm het woord. ‘Het is heel eenvoudig, we zeggen gewoon dat de welpjes verdwenen zijn, dat dat zo gaat in de natuur.’
Toen ging de telefoon. Minister Frans Timmermans aan de lijn. ‘We hebben een akkefietje met de Saoedi’s. Ze willen onze handel boycotten vanwege Wilders met zijn sticker. Het is een noodgeval. Jongens, geef mich die jong katjes. Dan kan ik de schade nog beperken. En wie weet gaan ze Roda wel sponsoren.’
Helaas, in het vliegtuig op weg naar Riyad heeft een Chinese purser die dacht dat het om zwerfkatten ging er een stoofpotje van gemaakt.

[luister hier naar radiouitzending De Stemming van 25 mei 2014]

Reageer