Wanneer vertrek je?

De Limburger, 29 april 2023

Wanneer vertrek je? Een vraag die me elk jaar rond de 4 meiherdenking bezighoudt. Elk jaar is er iemand die het verhaal – telkens anders, maar telkens hetzelfde – vertelt. Nu kwam het van Martin Wolf, columnist van de Financial Times. Hij was te gast bij het programma Buitenhof, waar hij vertelde waarom je beter pessimistisch dan optimistisch kunt zijn. Aan pessimisme, zei hij, had hij zijn bestaan te danken. Preciezer gezegd, aan het pessimisme van twee mannen, zijn vader en zijn grootvader.

Zijn Joodse vader kwam uit Wenen. In 1937 besloot hij, 27 jaar oud, naar Engeland te vertrekken omdat hij zich realiseerde wat er zou kúnnen gebeuren. Zijn Joodse grootvader, de vader van zijn moeder, was een vis­handelaar in IJmuiden. Toen hij hoorde dat de Duitsers waren binnengevallen, regelde hij een vissersboot. Hij zette er zijn gezin met vijf kinderen op en voer naar Engeland. Hij had ook zijn broers en zussen gevraagd om mee te gaan, vertelde Wolf. Niemand wilde. Van de achtergebleven families overleefde niemand de oorlog. „Dus ik besta”, zei Wolf, „omdat twee mensen zich realiseerden dat dingen heel erg fout kunnen gaan”.

De eerste keer dat ik het verhaal vis-à-vis hoorde was tijdens een interview met de dichter Leo Vroman. Toen hij hoorde, vertelde hij me, dat de Nederlanders zich hadden overgegeven, vijf dagen na de inval, liet hij alles uit zijn handen vallen en sprong hij op de trein van Utrecht, waar hij biologie studeerde, naar Gouda, waar zijn ouders woonden. Ga, zeggen zijn ouders. Hij pakt zijn paspoort en neemt een taxi naar Scheveningen. Daar vindt hij een plek op een zeilboot. Zijn Joodse moeder, vertelde Vroman, was altijd optimistisch, maar maakte zich over de nazi’s geen illusies.

Ik herinner me het verhaal over de Joodse broers Fredo en Gert Nathan uit Valkenburg, die besloten uit de trein te springen die hen naar Westerbork bracht. Hoe kwamen ze ertoe? Wanneer besluit je: nú moet ik vluchten? Jonge mensen kunnen in een impuls gaan, maar gezinnen? Het is nogal wat: besluiten om alles achter te laten, je huis, je werk, al je bezittingen met herinneringen, en voor wat? Wat doe je je kinderen aan? Is het wel zo erg? Misschien nog even de kat uit de boom kijken? Lees Marga Minco’s nog altijd huiveringwekkende Het bittere kruid: de vader van het gezin vindt het niet nodig om onder te duiken. Hoezo onderduiken? We zijn toch Nederlanders?

Het ongelooflijke, nog steeds zeer pijnlijke feit is dat er Nederlanders werden weggevoerd zonder rumoer. Vrienden, buren, klasgenoten werden weggevoerd door de Nederlandse politie via het Nederlandse spoor. In 1943 meldde de burgemeester van Valkenburg ‘dat zich bij het vertrek van de Joden geen moeilijkheden hebben voorgedaan’. De vogels floten, mensen hingen uit het raam.

Reageer

De agressieve aanhang maakt van je leven een hel

De Limburger, 15 april 2023

Toen in het paasweekend een supporter van MVV vuurwerk op het veld gooide tijdens de wedstrijd, werd het spel gestaakt conform de nieuwe regels na het aan­stekerincident. Een amateurvoetbalwedstrijd werd gestaakt vanwege discriminatie. Er werden excuses gemaakt. Zijn er ook nieuwe richtlijnen na het incident waarin supporters ‘X is een homo’ scandeerden? Na het incident waarin voetbalsupporters het pand van het COC in Eindhoven belaagden? Worden de wedstrijden nu stilgelegd als iemand ‘homo’ roept? Worden er dan ook excuses aangeboden?

Homofobie en mannenvoetbal, wanneer houdt het op? Bij de vrouwen kraait er geen haan na. Bij vrouwenvoetbal zijn er überhaupt geen spreekkoren, zegt sportpresentator Rivkah op het Veld in een podcast over homoseksualiteit in de sportwereld. In die podcast, De Schaduwspits, bespreken NOS-collega’s en lhbti’ers Op het Veld, Winfried Baijens en Jeroen Gortworst onder andere de invloed van homofobe harde kern-supporters op spelers, fans en publiek. Die is groot, zo blijkt. In het mannenvoetbal moet je bang zijn dat je iets wordt aangedaan als je je verzet tegen homo­fobie. Voor spelers is het een absolute no-go om ervoor uit te komen dat je niet hetero bent, de agressieve aanhang zal ervoor zorgen dat je leven een hel wordt.

Dat gebeurt al met fans die strijd voeren tegen homofobe spreekkoren, zoals een Feyenoord-fan ondervond. Hij richtte een vereniging van ‘roze voetbalfans’ op, maar werd bedreigd en moest politiebeveiliging krijgen. Op de muren van zijn sportschool werd ‘kankerhomo’s’ en ‘homo’s moeten dood’ gekalkt – ondertekend met: ‘de jongerenkern’, de fanatieke tak van Feyenoord-supporters. Toen hij in een onderhoud met de algemeen directeur van Feyenoord vroeg om een statement tegen homofobie, was het antwoord ‘dat gaat er op korte termijn niet komen, dat is te snel’.

Te snel. Stel je voor: anno 2023 is er nog steeds geen Nederlandse profvoetballer die openlijk homo durft te zijn. Ik wil de uitdrukking ‘uit de kast komen’ niet eens gebruiken. Want waarom zou een speler zijn privézaken wereldkundig maken? Maar waar het om gaat is dat een speler in de 21ste eeuw geheim moet houden met wie hij een relatie heeft als hij homo is – of hij riskeert uitsluiting, bedreiging en erger. Die geheimhouding is slopend: ‘als ze maar niets merken, als ze maar niets zien’ is de rode draad in de podcast-verhalen.

Homoseksualiteit bestaat. Tien procent van de mensen valt (ook) op het andere geslacht. Maar in het mannenvoetbal is het het best bewaarde geheim ter wereld. Talloze voetballers houden hun hele sportleven lang hun mond. Doen alsof ze een vriendin hebben. Homo­fobie houdt niet zomaar op. Als iemand ‘homo’ roept, leg dan de wedstrijd stil, en ga in de kleedkamer eens met elkaar in gesprek.

 

Reageer

Wat als Max Verstappen door de heuvels wandelt?

De Limburger, 8 april 2023

Eindelijk lente. En Pasen. Even hangt er bezinning in de lucht, een flard religieuze overpeinzing, voordat er naar winkels en tuincentra wordt gehold. De vogels zijn al weken geleden begonnen aan het voorjaar, in de ijzige kou. Elke ochtend word ik om vier uur gewekt door twee elkaar beconcurrerende merels in de buurt. Ze fluiten alsof hun leven ervan af hangt, en dat is ook zo: er moet territorium worden afgebakend, er moeten vrouwtjes worden verleid. Aan het eind van de dag, in de schemering, nemen ze opnieuw hun posities in: de rollende zang vult de avondlucht.

In Parijs hoor je geen vogels meer, zei een Franse studente tegen me. Dat geloof ik niet, zei ik, maar het zette me aan het denken: wat als er geen vogels meer zijn? Ze zijn er altijd geweest. Je kunt het je niet voorstellen. Maar hun voortbestaan kan zomaar op het spel staan. Door droogte, gebrek aan insecten, te veel gif. Tien jaar geleden zat onze ligusterheg elk jaar vol mussen. Een kabaal dat ze maakten, vooral in de lente. Nu is het stil, veel stiller. Pas als iets er niet meer is, valt het op. Ga je het waarderen. Ga je spijt krijgen. Had ik maar…

De Amerikaanse schrijver Jonathan Franzen is een vogelaar. Van dat woord word ik heel moe. Voor mijn geestesoog verschijnen mannen die loodzware camera’s met enorme lenzen meezeulen, het mobiel aan één oor om te horen welke vogel in de buurt gespot is, om dan in de auto te springen en als eerste ter plekke te zijn en de vogel in de lens te vangen. Een wedstrijd. Maar nee, zo’n vogelaar is de schrijver niet. Een tijdje geleden was hij op tv. Op de vraag wat vogels voor hem betekenen, antwoordde hij: geluk, liefde. Hij zei: ik hou van elke vogel maar vooral van kleine, bruine vogels die je bijna niet opmerkt en op een bepaalde manier mooier zijn dan alle anderen. Zo houd ik, zei hij, ook van stille mensen die je over het hoofd ziet.

Nu moet ik denken aan een vrouw uit het reisprogrammaFloortje gaat mee. Een Duitse vrouw die al dertig jaar verwaarloosde, gewonde koeien opvangt in India. Ze begon met het verzorgen van een paar aangereden koeien en nu heeft ze er drieduizend in een opvang­centrum. Het werden er steeds meer, zei ze, ze kon geen nee zeggen. Als je haar op straat zag, zou je haar over het hoofd zien. Maar ze zei iets wat intrigeerde: je ontwikkelt meer empathie als je je niet meer om materiële zaken bekommert.

Toen dacht ik: wat als dingen geen status meer zouden hebben? Als sport- en muziekhelden met hun auto’s en horloges geen bewondering maar af­keuring oogsten? Als Max Verstappen in een reclamespotje niet in een nieuwe Honda door de natuur scheurt, maar door de Limburgse heuvels wandelt, tussen de vrije, bonte biggen? Zoals ik zei: een flard bezinning. Eindelijk lente.

 

Reageer

Ik ben een soort digitale butler, wees niet bang

De Limburger, 1 april 2023

Ik dacht ik ga deze week eens lekker achteroverleunen en laat de automatische schrijver het werk doen. Dus ik beval de slimme machine: schrijf dan maar eens een geestige column over jezelf. Ik was razend benieuwd, want ik ben bang dat ik straks als columnist niet meer nodig ben, zoals ik om me heen hoor. Wat eruit kwam was een nogal melig, zelfingenomen propagandapraatje, met zinnen als ‘ik ben een spraakmakende persoonlijkheid, een beetje zoals Oprah Winfrey maar dan zonder de designerkleding en het gigantische fortuin’. Haha, wat geestig. Alsof die nieuwe slimme technologie, ChatGPT, voor Microsoft een leuk hobby’tje is voor erbij.

Niets is minder waar. Microsoft heeft het programma nu opgenomen in zijn zoekmachine Bing, zo blijven de bezoekers langer op de pagina hangen. Want data, alles draait om de data die ze van u en mij kunnen plukken. Velen van ons geven ze geruisloos gratis weg. Wie we zijn, waar we zijn, met wie we zijn, waarin we geïnteresseerd zijn, welke (gezondheids)problemen we hebben, welke kleren we kopen, wat onze (politieke) voorkeuren zijn en ga zo maar door. We strooien ermee alsof we miljonairs zijn, maar intussen worden we uitgekleed door de techreuzen en hun aandeelhouders. De algoritmes van bedrijven als Google, Microsoft, Facebook en TikTok zijn een zwart gat, we weten dat ze onze data per milliseconde in real time veilen, een volkomen automatische handel, dat ze ons advertenties voorschotelen op basis van ons clickgedrag en dat we suggesties krijgen voor andere producten, artikelen en video’s op basis van eerdere keuzes. Zo wordt menigeen een ‘konijnenhol’ ingetrokken: je raakt zo overtuigd van het goede en ware van eigen denkbeelden dat je razend wordt op de rest van de wereld die het niet snapt.

Mijn automatische schrijfvriend lijkt een beetje op Wikipedia on demand. Wikipedia, handig om gauw iets op te zoeken, geschreven door sympathieke vrijwilligers. Net als bij Wikipedia kun je bij ChatGPT bronnen vinden, maar het is totaal onduidelijk wat-ie daaruit heeft opgepikt en hoe hij die gebruikt. Sterker, hij put mogelijk uit bronnen die auteursrechtelijk beschermd zijn – misschien gaat-ie er, zonder dat ik het weet, wel met mijn zinnen vandoor.

 

Dat alles betekent dat mensen nu ‘gratis’ hele vertogen kunnen lezen die niet kloppen en mogelijk gejat zijn, maar er wel heel betrouwbaar en overtuigend uitzien. Tuttut, fleemt mijn nieuwe schrijfvriend, niet zo wantrouwig. Sussend schrijft hij: ‘Ik ben een hulp­middel, een soort digitale butler. Dus alsjeblieft, wees niet bang voor mij.’ Eén ding geeft hij wel toe: aan zijn humor moet hij nog werken. Verbaasd noteert hij: ‘Ik begrijp wel waarom een kip de weg zou oversteken, maar ik begrijp niet waarom dat grappig is’.

 

Reageer

Even wachten voordat je oordeelt en cancelt

De Limburger, 18 maart 2023

‘Weet je wel wie ik ben?’ Zo’n zin. Verslaggever Roel Wiche van De Limburgertekende hem op uit de mond van een coryfee in de sportjournalistiek tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Peking. De ‘gelauwerde Nederlandse commentator’, schrijft Wiche, werd op weg naar de perstribune staande gehouden door een jonge Chinese vrijwilligster die verslaggevers hun plek moest wijzen.

Nog steeds zijn er mensen die zo’n zin uitspreken, getuige het nieuws. Het lijkt een zin uit het verleden, uit een tijd waarin mensen – vooral mannen – vanuit een bepaalde positie hun machtsdrift zonder enige gêne konden botvieren. Zo’n zin klinkt nu lachwekkend, gênant, als een vertoon van zwakte – blijkbaar heb je zo’n zin nodig om je gezag te laten gelden, blijkbaar lukt je dat niet vanuit een innerlijke overtuigingskracht.

Dat zo’n zin nog steeds voorkomt, betekent dat de gebruikers ervan de gêne voorbij zijn, dat ze elk gevoel voor de realiteit verloren hebben. Dat overkomt een hoop types die te lang in een machtspositie zitten. Je krijgt blinde vlekken voor je eigen gedrag, gaat ineens over grenzen zonder dat je het zelf doorhebt. Je bent immers bezig met iets heel belangrijks. Topprestaties, vooral in vak­gebieden waarin mensen zeer gepassioneerd zijn – sport, kunst, muziek, tv, film, journalistiek, wetenschap – kunnen leiden tot een vreemde verdwazing. Je ambitie om zo goed mogelijk te zijn, de stress om te blijven presteren, je grote liefde voor het vak – het worden valkuilen waar je lelijk in kunt vallen.

Misschien stond de ‘gelauwerde commentator’ in Peking onder hoge druk, was hij bang om op een plek te belanden die voor hem als commentator slecht uitpakte. ‘Weet je wel wie ik ben’– dat is de verdwazing van de eigen voortreffelijkheid die je in staat stelt over alles en iedereen heen te walsen. En de hoofdredacteur grijpt niet in. Het is van een ouderwets soort machismo dat een gedreven vedette zijn arrogantie moet worden vergeven. ‘Zo is hij nou eenmaal,’ zei de hoofdredacteur van NOS Sport als medewerkers hun beklag deden over onacceptabel gedrag van een bekende presentator. Alsof er niet zat fantastische verslaggevers rondlopen die gewoon aardig zijn.

Wat iets anders is dan zijig – gepassioneerde vak­mensen zijn veeleisend en moeten een keer uit hun slof kunnen schieten. Bovendien, mensen zijn complex en situaties zitten vol misverstanden. Daarom heb ik moeite met het Volkskrant-artikel over NOS Sport: dat beweegt één kant op, de aanklacht, en trekt daarin individuele personen mee, terwijl het grotendeels gebaseerd is op anonieme bronnen. Dat grenst aan roddel. Even wachten dus, voordat je als lezer oordeelt, voordat je iemand aan de schandpaal nagelt, cancelt, aan de hand van zeer beperkte informatie – een gevaarlijke tendens.

Reageer

Dat PVV weer de grootste lijkt te worden, is tragisch

De Limburger, 11 maart 2023

Mensen stemmen rechts, maar krijgen links beleid, zei de provinciale man van JA21 verontwaardigd op de radio. „Wij willen het beleid naar rechts trekken.” Als je bespaart op ambtenaren, stelde hij, kan dat geld naar het volk. Bij ‘het volk’ denk je toch vooral aan de mensen voor wie de SP opkomt: werkende armen, degenen die Ron Meyer ‘de onmisbaren’ noemt en het Sociaal en Cultureel Planbureau nu de ‘onzekere werkenden’. Mensen dus, die baat hebben bij wat ouderwets links beleid.

Al maanden is Nederland diep verontwaardigd over het toeslagenschandaal en over het ‘ongekende systeem­falen’ van de gaswinning in Groningen. Doorlopend maken mensen zich zorgen over de betaalbaarheid van nutsvoorzieningen die in een rijk land als Nederland gewoon goed geregeld zouden moeten zijn. In cruciale beroepen – zorg, vervoer, distributie, schoonmaak – worden werkenden structureel te laag betaald en ervaren ze te veel stress. Dat klinkt allemaal niet alsof we meer rechts beleid nodig hebben. Nederland zucht onder de erfenis van de kabinetten-Rutte en er moet gerepareerd worden. Maar de partij die de VVD naar links trekt, D66, lijkt vooral op hoon te kunnen rekenen: mensen stemmen rechts maar krijgen links beleid!

Met links wordt dan bedoeld: het beleid op stikstof, migratie, klimaat, diversiteit. Een flink deel van de Limburgers is conservatief op deze onderwerpen – zie de peilingen: PVV en VVD gaan voorop. Ja, de verguisde VVD, de partij die de markt boven mensen stelt. Dat de PVV weer de grootste lijkt te worden is tragisch voor Limburg: een partij die zichzelf verlamt door permanente verongelijktheid en een gebrek aan constructieve samenwerking verdient geen winst. Maar ze is wel, al jaren, hét alternatief voor links, dat wil zeggen voor het gat dat links laat liggen.

Vooral de PvdA lukt het maar niet om in dat gat te springen, om mensen mee te nemen in een verhaal waarin (arbeids)migratie en klimaat aantrekkelijk samengaan met lotsverbetering van ‘onzekere werkenden’ én steun voor het mkb, de motor van Limburg. Door het samen optrekken met GroenLinks lijkt het sociale verhaal nog verder naar de achtergrond gedrongen. En nu Jesse Klaver en Attje Kuiken de klimaatplannen van het kabinet niet ver genoeg vinden gaan, lijkt de PvdA kopje-onder te gaan.

Het punt is: in principe wil iedereen meedoen in de strijd tegen de verwoesting van de aarde, maar wel graag – middenin een gierende inflatie – in alle redelijkheid. Zelfs Caroline van der Plas, zelfbenoemd vrouw van het volk, vindt dat we allemaal moeten kijken naar onze overconsumptie. De BBB-leider koopt naar eigen zeggen weinig spullen en eet niet elke dag vlees. Dus ook al wordt de PVV de grootste, de kleinere partijen samen hebben intussen al laten zien hoe het ook kan.

 

 

Reageer

Geine foie gras!

De Limburger, 4 maart 2023

De stempas is op de mat gevallen. Her en der vang ik een debat op over zaken waar de provincie niets mee te schaften heeft. Waarom zou je daarnaar luisteren? Maar wacht, we kiezen via de Statenleden ook voor invloed op de Eerste Kamer. Die gaat over het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen, dus landelijk staat er wel degelijk iets op het spel. Op naar het Kieskompas.

Stelling 1: ‘Om boeren te beschermen moet de provincie zich verzetten tegen het landelijke stikstofbeleid’. Een nogal suggestieve stelling – hier wordt verondersteld dat verzet tegen het stikstofbeleid per definitie goed is voor ‘de’ boeren. Maar ‘de’ boeren bestaan niet. Een hoop boeren zijn wel degelijk bezig met natuur en landschap, maar zitten in de klem van agribusiness, banken en supermarkten.

Stelling 2: ‘In Limburg mag een kerncentrale komen’. Hoho, wacht even, niet zo snel. Mag? Wat betekent dat? Ik vrees dat er weinig draagvlak voor zal zijn. Plus, feitelijk hebben we er in het zuiden al een, in Tihange, vlak over de grens, en daar wordt niemand vrolijk van. Volgende stelling: ‘In Limburg is geen ruimte voor de wolf’. Ik vraag me af wat ze van me willen, bij Kieskompas. Wie leest dit straks allemaal terug? Ze dwingen je gewoon tot polarisatie. Ik swipe snel door. Nog een stelling: ‘De provincie moet vaker op­komen voor de belangen van boeren, ook als dit leidt tot schade aan de natuur’.

Nou, ik stop ermee. Weet u waarom? Omdat ik denk dat het niet zo heel veel uitmaakt op wie ik stem, voor het beleid dat gevoerd gaat worden. Er zal een middenweg uit de problemen gevonden moeten worden, rechtsom of linksom. Er zal bestuurd worden met diverse partijen – dat is altijd ontnuchterend: er is gewoon werk aan de winkel. Ik denk ook niet dat het veel zal helpen om je op luide toon tegen het landelijke stikstofbeleid te verzetten. Dat komt doordat er een bepaalde maatschappelijke wind waait, en die wind brengt meer teweeg dan partijen zelf in de hand hebben.

Die wind waait niet alleen hier, maar in heel Europa en daarbuiten, door de verontrustende klimaatverandering, door het besef van natuurvernietiging, door de nieuwe vragen van jonge generaties. Bijvoorbeeld: is zoveel vlees produceren normaal? En: is het normaal om dieren enkel te zien als product en verdienmodel?

De Wageningse hoogleraar Bart Gremmen (66) schreef als afscheid een boek over de beste ethische basis voor de veehouderij, las ik in NRC. En hij zegt erbij: ‘Sinds Darwin weten we dat het verschil tussen mensen en dieren gradueel is. Dat is een wetenschappelijk inzicht, geen moreel oordeel. Maar het betekent wel dat onze verhouding tot andere dieren verandert, die moeten we herzien.’ Intussen blijft John Tana (23) luidkeels zingen: ‘Geine foie gras! Loat dat bies noe mer stoon!’

Reageer

Had Nietzsche maar carnaval kunnen vieren

De Limburger, 18 februari 2023

Het pekske hangt klaar. Misschien gaat u wel als beer, konijn of panter. Verplaatst u zich dan eens in het dier waarin u transformeert en lees het waanzinnige boek If Nietzsche were a Narwhal (Als Nietzsche een narwal was). Het is geschreven door een Amerikaanse bioloog, Justin Gregg, en de ondertitel luidt: wat de intelligentie van dieren onthult over menselijke domheid. Hé, dat komt goed uit, menselijke domheid is waar carnavaleske humor over gaat.

De schrijver, die zelf walvissen en dolfijnen bestudeerde – een narwal is een walvis met een tand zo lang en scherp als een floret – legt uit dat er een belangrijke reden is waarom menselijke intelligentie in het dierenrijk zo weinig voorkomt: dieren zijn evolutionair succesvol zonder de verontrustende bagage die het menselijk brein voortbrengt: angst voor lijden en dood, zinloosheid, woede, afgunst, en de neiging tot zelfvernietiging.

Nietzsche, schrijft Gregg, had niet zo hoeven lijden als hij een narwal was geweest. Een simpel maar treffend inzicht dat de Duitse filosoof bezighield: ‘de mens’, schreef Nietzsche, ‘denkt dat hij beter is dan dieren omdat hij menselijk is, maar tegelijkertijd kan hij het niet helpen om hun geluk te benijden’. De filosoof had het ook – of vooral – over zichzelf, want hij leed aan heftige depressies. Opmerkelijk: op het toppunt van zijn academische productie was hij het depressiefst. Een incident met een paard leidde ertoe dat hij mentaal instortte. Het gebeurde, schrijft Gregg, tijdens een wandeling door Turijn, waar de filosoof op dat moment verbleef. Hij zag hoe een koetsier zijn paard afranselde. Nietzsche werd overmand door emoties, barstte in tranen uit, sloeg zijn armen rond de nek van het dier en zonk ineen. Hij werd opgenomen in een psychiatrische kliniek in Basel en herstelde nooit meer.

Het leek erop dat Nietzsche zich diep identificeerde met het paard, hij kon het lijden – hem aangedaan door een mens – niet aanzien. En daar zit precies de achilleshiel, de kwetsbare plek, van de mens: hij kijkt naar het dier en ziet een wezen dat zonder bijgedachten is, onschuldig, zonder de deraillerende bagage van mensen. Werp een blik op sociale media en je ziet hoe verknocht mensen zijn aan hun huisdieren – het zijn bijna heiligen. De heftige emoties die de dood van een huisdier oproept, drukt op dat pijnpunt: je loyaalste vriend en vertrouweling heeft je verlaten.

Onze liefde voor dieren, vermoed ik, gaat ook over een verlangen naar spiritualiteit, naar verlossing van dat turbulente brein, die vreselijke menselijke beperking. Hé, is dat niet precies waarom we carnaval vieren? Niet langer onszelf zijn, eindelijk bevrijd zijn van die menselijke, al te menselijke intelligentie? Had Nietzsche maar carnaval kunnen vieren. Alaaf!

 

Reageer

Bullshit

De Limburger, 11 februari 2023

Paar krantenkoppen in de afgelopen weken: Vmbo’er hecht minder waarde aan democratie dan leeftijdgenoten.Rechts-extremisme groeit in Limburg, maar aanpak is lastig.Bijna kwart van de jongere Nederlanders gelooft feiten over de Holocaust niet.

Vrijwel onmiddellijk volgden nuanceringen. Deskundigen die kanttekeningen bij de onderzoeken plaatsten. Nieuwe koppen:Betwisten echt zoveel jongeren de Holocaust?Hechten vmbo-leerlingen echt zo weinig waarde aan de democratie?Betekenen meer racisme-klachten dat rechts-extremisme groeit?

Vind maar eens je weg in het woud van informatie. Wat is het ingewikkeld om een gebalanceerde inschatting te maken van wat er aan de hand is. Wat te doen, vragen studenten vaak. Begin eens met een online-abonnement op een krant, zeg ik. Veel journalisten doen hun best om verhalen genuanceerd te brengen – vandaar die bijstelling bij de krantenkoppen, de dagen erna, want zij zijn het die het onderzoek uitpluizen of deskundigen opbellen. Klopt het wel? Ligt het niet gecompliceerder? Wie verrichtte het onderzoek en waarom? In plaats van (foto)journalisten uit te schelden en uit te maken voor leugenaars en slippendragers van de elite, zoals op sociale media voortdurend gebeurt, mogen we diep dankbaar zijn dat ze bestaan, deze waakhonden.

Het is niet vanzelfsprekend, nadenken over hoe je je verhoudt tot informatie: één bron is geen bron, hoor en wederhoor, en hoe herken je nepnieuws oftewel bullshit? Ja, wat ís bullshit eigenlijk, want het is iets anders dan foute informatie, dan berichten die niet kloppen. Iemand die bullshit verkoopt is niet geïnteresseerd in de waarheid, in feiten, die is alleen geïnteresseerd in het effect van zijn bullshit. Zie Baudet, Van Meijeren of Van Haga: slinger iets onthutsends de wereld in en je hebt weer een giftig drupje toegevoegd aan het wantrouwen in bestuurders, wetenschappers, medici. Of nu: een schrijver. Of het klopt boeit niet, roep iets over een kinderboekenschrijver wiens lhbtiq-thematiek je niet aanstaat, laat ‘pedofielennetwerk’ vallen en wacht.

Wilma Delissen-Van Tongerlo, burgemeester van Peel en Maas, stelde het onlangs op de radio nog scherper: nepnieuws en haatzaaien is heel bewúst bedoeld om te ontwrichten. Voor de Raad van Europa schreef ze een rapport over de impact ervan op het lokale en regionale bestuur. Dat valt niet mee. Steeds meer mensen in het openbaar bestuur haken af. Die willen niet uitgemaakt worden voor verrader, die willen niet bedreigd worden. De kinderboekenschrijver gaf de opdracht voor het schrijven van het gedicht voor de Kinderboekenweek terug. „Een gedicht schrijven is mij geen doodsbedreigingen waard”, zei hij. Ophitsing geslaagd. En zo zaagt een kleine groep aan de stoelpoten van de democratie.

Reageer

Dag Gina

De Limburger, 4 februari 2023

Toen Gina Lollobrigida stierf, alweer drie weken geleden, werd ik overvallen door een grote nostalgie. Dat is vreemd, ik ben een kind uit de jaren zestig, ik heb de tijd van de films waarin de diva speelde niet meegemaakt. De woorden die bij haar dood klonken – Italiaanse seksbom, filmster, La Lollo – waren eenduidig. Het lijkt zo lang geleden, een lang vervlogen tijdperk. De actrice stierf, 95 jaar, bijna een eeuw oud.

Maar het was precies haar leeftijd die me trof. Zo’n uitgesproken actrice, zo’n naam, de beelden die die naam opriep, beelden van naoorlogs Italië, van Rome, van Hollywoodfilms met Humphrey Bogart, Tony Curtis en Rock Hudson – dat alles lag in een ver verleden. En een gedachte overviel me: wie wás ze eigenlijk? Want het was haar leeftijd die haar verbond met mijn tantes die in de negentig zijn, tantes die een nu onvoorstelbaar leven hebben geleefd, die net als de Italiaanse steractrice werden geboren aan het eind van de jaren twintig in de vorige eeuw, die 12, 13, 14 jaar waren toen de oorlog uitbrak, een bepalende, gevoelige leeftijd.

De jonge Lollobrigida groeide samen met drie zussen op in een klein plaatsje nabij Rome. Vader was een meubelmaker die in de oorlog alles verloor. In een terugblik over La Lollo in De Limburger werd een interview aangehaald. ‘Ik heb gruwelijke armoede gekend,’ vertelde ze. ‘Kleding had ik amper. Vaak droeg ik maanden aan een stuk dezelfde jurk. Eenmaal per week waste ik die jurk ’s avonds in de hoop dat hij tegen de ochtend droog zou zijn.’

Dat raakte me. Niet vanwege het rags to riches-verhaal, niet vanwege het latere succes, maar vanwege die jongemeisjestijd die ook die van mijn tantes is, een tijd waarin alles onzeker was, het leven angstig, heftig, armoedig, beperkt. En waarin ze toch leefden, jong waren, vol leven, vol goede moed, met een jurk die je maanden aan een stuk droeg.

Frappant, in een oud interview in Vanity Fair las ik dat ze in haar sculpturen – na haar acteercarrière vond Lollobrigida zichzelf opnieuw uit als fotograaf en beeldhouwster – het gevoel van haar kinderjaren wilde terughalen, de vrijheid ervan. En ook, zei ze, de tijd van de cinema in de jaren vijftig, die ze omschreef als ‘uitgelaten en vol verbeelding’. Je kunt het je voorstellen, na de oorlogsjaren: de vreugde van al het nieuwe, de dingen, de kleren, muziek, film, de nieuwe mogelijkheden. Wat een intensiteit. En ik denk ook dit: als het gaat over generaties die de aarde hebben verpest met hun verspillende consumptie, wijs dan niet naar hen – met hun jeugd waarin ze een keer per jaar nieuwe kleren kregen, waarin elke sok werd gestopt, elke schoen werd gelapt.

Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Bij het heengaan van Gina Lollobrigida is een stukje van de ziel van die tijd afgescheurd.

Reageer

« Vorige items Volgende pagina » Volgende pagina »