Wanneer vertrek je?
De Limburger, 29 april 2023
Wanneer vertrek je? Een vraag die me elk jaar rond de 4 meiherdenking bezighoudt. Elk jaar is er iemand die het verhaal – telkens anders, maar telkens hetzelfde – vertelt. Nu kwam het van Martin Wolf, columnist van de Financial Times. Hij was te gast bij het programma Buitenhof, waar hij vertelde waarom je beter pessimistisch dan optimistisch kunt zijn. Aan pessimisme, zei hij, had hij zijn bestaan te danken. Preciezer gezegd, aan het pessimisme van twee mannen, zijn vader en zijn grootvader.
Zijn Joodse vader kwam uit Wenen. In 1937 besloot hij, 27 jaar oud, naar Engeland te vertrekken omdat hij zich realiseerde wat er zou kúnnen gebeuren. Zijn Joodse grootvader, de vader van zijn moeder, was een vishandelaar in IJmuiden. Toen hij hoorde dat de Duitsers waren binnengevallen, regelde hij een vissersboot. Hij zette er zijn gezin met vijf kinderen op en voer naar Engeland. Hij had ook zijn broers en zussen gevraagd om mee te gaan, vertelde Wolf. Niemand wilde. Van de achtergebleven families overleefde niemand de oorlog. „Dus ik besta”, zei Wolf, „omdat twee mensen zich realiseerden dat dingen heel erg fout kunnen gaan”.
De eerste keer dat ik het verhaal vis-à-vis hoorde was tijdens een interview met de dichter Leo Vroman. Toen hij hoorde, vertelde hij me, dat de Nederlanders zich hadden overgegeven, vijf dagen na de inval, liet hij alles uit zijn handen vallen en sprong hij op de trein van Utrecht, waar hij biologie studeerde, naar Gouda, waar zijn ouders woonden. Ga, zeggen zijn ouders. Hij pakt zijn paspoort en neemt een taxi naar Scheveningen. Daar vindt hij een plek op een zeilboot. Zijn Joodse moeder, vertelde Vroman, was altijd optimistisch, maar maakte zich over de nazi’s geen illusies.
Ik herinner me het verhaal over de Joodse broers Fredo en Gert Nathan uit Valkenburg, die besloten uit de trein te springen die hen naar Westerbork bracht. Hoe kwamen ze ertoe? Wanneer besluit je: nú moet ik vluchten? Jonge mensen kunnen in een impuls gaan, maar gezinnen? Het is nogal wat: besluiten om alles achter te laten, je huis, je werk, al je bezittingen met herinneringen, en voor wat? Wat doe je je kinderen aan? Is het wel zo erg? Misschien nog even de kat uit de boom kijken? Lees Marga Minco’s nog altijd huiveringwekkende Het bittere kruid: de vader van het gezin vindt het niet nodig om onder te duiken. Hoezo onderduiken? We zijn toch Nederlanders?
Het ongelooflijke, nog steeds zeer pijnlijke feit is dat er Nederlanders werden weggevoerd zonder rumoer. Vrienden, buren, klasgenoten werden weggevoerd door de Nederlandse politie via het Nederlandse spoor. In 1943 meldde de burgemeester van Valkenburg ‘dat zich bij het vertrek van de Joden geen moeilijkheden hebben voorgedaan’. De vogels floten, mensen hingen uit het raam.